U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wrak"
Resultaten 1 - 10 van 10
- krengjeude: Een krengjeude was een krengslachter, die wrak vee opkocht en slachtte (Hijken)
- krengslachter: Een krengeslaachter haar altied wrak vee (Diever)
- siebeljant: is een wrak dier (Vledder)
- veen: Wrak veen
- wrak I: Dei man, dat is niks meer, dat is een wrak (Barger Oosterveld)
- wrak I: Die koe wordt zachiesan een wrak (Oosterhesselen)
- wrak I: Dat zat as een wrak in mekaor (Eelde)
- wrak I: Het wrak is deur een sleepwagen op ehaald
- wrak II: Dat schot tussen de kalver is wrak en versleten (Westdorp)
- wrak II: Koop door mor gain vlais, het is almaol wrak vai (Tweede Exloërmond)