U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wuppelig"
Resultaten 1 - 3 van 3
- verschoeven: IJ moet die taofel wat verschoeven, hie stiet wat wuppelig (Zwinderen)
- wuppelig: Wij moet die taofel even verschoeven, die stiet wat wuppelig (Zwinderen)
- wuppelig: De ledder stun wuppelig (Rolde)