U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zatten"
Resultaten 1 - 20 van 53
- achterkeuken: In de aachterkeuken zatten wai te eten, maor 's aovends zat wai in de veurste kaomer (Peize)
- allergeneugelijkst: Zie zatten allergeneugelijkst met mekaar te proten (Sleen)
- anvreten: De moezen hadden de zakken anvreten, der zatten almaol gaten in (Sleen)
- armbestuur: De jaken zatten in het armbestuur (Sleen)
- bittern: Ze zatten mooi om de taofel te bittern (Roderwolde)
- breikist: De handewarkspullen zatten in de breikist
- dobbern I: Er zatten katten op zolden, 't dobberde der over (Roderwolde)
- dodenwagen: Vroeger zatten de vrouwlu mit rokken um de kop op de do-wagen (Ruinen)
- eulietoet: We zatten bij het eulietoetie (Vries)
- förm I: An een blauwe jas zatten witte förms (Sleen)
- gruttenbrij: Gruttenbrai, daor zatten vaok van dei dikke kloeten in (Peize)
- haak: Der zatten heil wat haken en ogen an, veurdat het klaor was (Roderwolde)
- handvat: An dat schatvat zatten twie handvatten, ...handvatsels (Sleen)
- harfstdraoden: De haarfstdraoden zatten tusken oeze dennen (Norg)
- harrewarren: Ze zatten altied tegen 'nkander an te harrewarren (Roderwolde)
- jachtbaand: De jachtbaanden zatten wel is in de weeg, aj het koren ofsteken muzzen (Roderwolde)
- jachtweide: Ze zatten om de stamtaofel in de jachtwaaide (Roderwolde)
- kamer: Ze zatten in de kaomer te koffiedrinken (Roderwolde)
- kamer: In de kamer zatten bedsteden, mor ij woonden er niet. De kamer was vaak de bargplaots en de kokpot s (Sleen)
- kast: en zatten die ogen dieper in heur kaasties