U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zeug"
Resultaten 1 - 4 van 4
- middenkalf: Hie zeug het middenkalf oet het kezien, zodat er een roet in kun in één stuk (Gasselte)
- tetmot: Een tetmot is een zeug, woor net de biggen of bint (Sleen)
- zeug: Een natte zeug
- zeugkooi: De zeug lig in de zeugkooi; dan kan e de biggen niet vertrappen (Eext)