U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zoeger"
Resultaten 1 - 13 van 13
- klep: De zoeger is lek, de kleppe slöt niet goed of (Nijeveen)
- lens: of de zoeger is verdreugd (Hoogeveen)
- pomp I: An een pomp zit boven de terugslagklep een slegel, een zoegerstang, een zoeger of emmer, de mond en (Sleen)
- tong: boven op de zoeger (Sleen)
- voetklep: Onderin de leren voetkleppe en evenpies onder de tute de op en daole gaonde zoeger mit een leren har
- zoegepapen: zoeger, zoegnap
- zoeger: Der komp een neie zoeger in die pomp (Weerdinge)
- zoeger: De zoeger an de zwao (Zeyen)
- zoeger: Der zat een zoeger in die bui (Sleen)
- zoeger: Der hangt een zoeger in de lucht (Exlo)
- zoegerstang: De zoegerstang is het diel van de pomp van de slegel naor de zoeger, ...emmer (Sleen)
- zoegtetten: zoeger
- zoel I: zoeger