U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zoep"
Resultaten 1 - 8 van 8
- gallig: 's Aovends an de zoep en de andere dag gallig (Barger Compascuum)
- gezoep: zoep, ij moet vanaovend ok nog weer vort (Sleen)
- piel I: Zukke piel zoep ij zölf mor op (Eext)
- zoep: Lestdaags was hij aordig an de zoep (Nieuw Schoonebeek)
- zoep: Jan is deurlopend an de zoep (Valthermond)
- zoep: te zoep en te biet liggen
- zoep: Het laand lig te zoep en te zompe (Zuidwolde)
- zomp: Dat laand lig te zoep en te zompe