U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zomp"
Resultaten 1 - 10 van 10
- hakselmes: An de zomp zat een hakselmes en as het hakseln daon was wuur het hakselmes in de zomp legd, dat de k (Sleen)
- kattenzomp: Een kattenzomp is zomp van veengrond; gras op een iemskörf in de iemshut, waor as de kat op zat (Eext)
- slemp: Die zwienen hebt maor wat slemp in de zomp
- verdringen: De biggen verdringt mekaar bij de zomp (Coevorden)
- zomp: Gooi het oetschoonsel maor bij de zwienen in de zomp (Mantinge)
- zomp: As het hakseln daon was, wuur het hakselmes in de zomp legd, dat de kinder der niet bijkunden
- zomp: Daor drif een dikke zomp in het water (Anderen)
- zomp: Hij zit in een zomp van een auto (Gasselte)
- zomp: Een zomp van een wief
- zompenpolle: zomp