U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zool"
Resultaten 1 - 7 van 7
- bovenleer: Het bovenleer van de schoe lat lös van de zool (Odoorn)
- kamzool: Zo, ik zal mien kam(me)zool mar ies weer uuttrekken (Ruinen)
- pan: An een plooug zit: de hak, de zool en de pan (Eext)
- plug: De schounlapper boorde een gattie in de zool en sluig der dan een plug in (Eexterveen)
- schraper: De schraoper zit an de zool van de ploeg (Grolloo)
- zool: An de plooug zit de hak, de zool en de pan en de plooug steunt op de zool (Eext)
- zool: Bij mond- en klauwzeer luut de zool lös en dat begun te rötten (Sleen)