U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zwartmaken"
Resultaten 1 - 9 van 9
- dik II: zwartmaken
- knagge: De radploog weur meest gebroekt veur zwartmaken en as ze deepplogen wolden, weur de hevel een knag n (Hijken)
- moddern: zwartmaken
- schellen I: zwartmaken
- umwarpen: zwartmaken
- voor III: As het zwartmaken gebeurd is, lig het land in de vore (Wapse)
- zwartmaken: Wij gaot vandage zwartmaken, want wij wilt op aol vissen
- zwartmaken: Vischen in smerig water, dat nuumden wij zwartmaken (Havelte)
- zwartmaken: Ik bin de ploeg vandage zölf neudig veur het zwartmaken (Ruinerwold)