U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zwiepstaarten"
Resultaten 1 - 3 van 3
- zwiepstaarten: De koenen staot te zwiepstaarten; het zal wal van de muggen kommen (Mantinge)
- zwiepstaarten: Bij het melken mus iene bij de koe de staart vastholden, umdat hie aaltied stun te zwiepstaarten (Nieuw Dordrecht)
- zwiepstaarten: Dat peerd stiet aal te zwiepstaarten (Borger)