Hendrik de, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe

Ook: Henderk, Hennerk, Hinnerk (Zuidoost-Drenthe), Hennuk

  1. mansnaam

    Het is een braove Henderk (Peize)

    een malle Hennerk (Hijken)

    Hie hangt de brave Hendrik oet (Oosterhesselen)

    Hij is van de club van smerig Hendrik

    Ummetellen wie het wordt/Ieje of ikke of Henderk Gort/Henderk Gort lag ien de sloot/En nog was Hende (Ruinerwold)

    Hinnerk Huus/Hef een verrötte eerappel in de buus

    Hennerk, Pennerk, Poender/Lokt zien hoender, tuut (Zweelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...