Ook: aaie (Zuidwest-Drenthe Zuid)
aai, streling
Zie ook:mep, klap(Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn)
Een aai um de oren (Padhuis)
Die koe gaf mij een aai um de bek met de staart (Sleen)
Hie hef hum een beste aai geven (Oosterhesselen)
Hie kreeg een aai met het mes over de smoel (Dalen)
arm (in kindertaal)
Wat een dikke aai
Lekkere aaigies