Ook: aanders (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), anders (Veenkoloniën), aors, aors II
Bron: Drentsche Courant & Drentsche Courantanders
Ik was aans wel even kommen, maor ik kun neit (Vries)
Wij weet niet aans, of hij geet trouwen (Beilen)
Het is aans wal 'n klaore kerel, mar hij drinkt nogal
de inkomsten moeten uit het bedrijf komen
Ik heb dat argens aans ok wal ies zien (Oosterhesselen)
Het smaokt nich best, man het is nich aans (Roswinkel)
Het is goed spul, dat is niet aans
achterover gedrukt
Een manskèrel was een manskèrel, maer een vrouwmens was heel wat aors