Ook: aacht (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)
aandacht, oplettendheid
Ie mut op de schoele goed acht geven, heur! (Kerkenveld)
Ie mut acht geven op oen kleine zussie (Zuidwolde)
Daor heb ik gien acht op slaogen (Anloo)
Hij mot zuch nog wal in acht nemen
misselijk
Ie muut oe veur hum in acht nemen
pas geleden
eerbied(Midden-Drenthe)
Daor moej acht vèur hebben (Westerbork)
Ein die acht gef is meer weerd dan doezend gulden (Nieuw Schoonebeek)
Acht is meer dan duzend
ik heb nog een appeltje met hem te schillen