algemien I het

Spellingvarianten als bij: gemien

  1. algemeen

    Over het algemein kunnen ze in Pais goud scheuvellopen (Peize)

    vaalt het nogal met (Anloo)

    Schoulmeesters binnen in het algemein wieze kirrelies (Roderwolde)

    Neeie èerpels schelle wij in het algemeen niet; wij krabt ze (Diever)

    Zie ook:
  2. het volk, iedereen

    Deurdat het algemeen dat zo zee

    Dat is een man veur het algemien

    het weggraven van het blauwveen om bij de diepere lagen te komen, die beter geschikt waren om te baggeren (Bov), zie ook

    Het nut van het algemien

    Bron: Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...