aangeboren
Het is een angeboren aord, hij kletst net as zien va (De Wijk)
Dat is een angeboren gebrek (Beilen)
een angeboren ofwieking (Grolloo)
Wat hum mankeert, dat is angeboren schoonheid (Anderen)
Dat is ok een aangeboren schoonheid!
als een soort aderlating
Dat is hum van gain vrumde aangeboren
er is wat te verdienen