anscheiden overgankelijk, sterk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)
  1. bij bestaande percelen trekken van een stuk land

    Zie hadden der een stuk grond bij anscheiden (Oosterhesselen)

    Je kunt dat stuk wel bij dat van jou anscheiden (Balloo)

    Dat perceel is aordig groter worden deurdat er een hoouk bij anscheiden is van de boerschup (Anderen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...