bakkeleien werkwoord, zwak, (on)overgankelijk, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën

Ook: ...laaien (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën)

  1. vechten, donderjagen

    Naor ze zegt hebt ze gisteraovend aordig an het bakkeleien ewest ien de Middenboer; der bint raeke k (Wapserveen)

    Zie ook:
  2. bekvechten, debatteren

    Wij kunt hier een heel toer over bakkeleien, mor wij komt er niet oet (Anderen)

    Zie ook:
  3. flikflooien, mooipraten

    As het dan verkeerd gung, dan meus hij weer mooi bakkeleien om het weer goed te maken (Erica)

    Zie ook:
  4. tegenspreken(Zuidwest-Drenthe Noord)

    Hij hef altied wat te bakkeleien (Vledder)

    Zie ook:
  5. overleggen(Veenkoloniën)

    Ze waren mit mekaor an het bakkeleien (Emmer Compascuum)

    Zie ook:
  6. verkeerd doen en daardoor nadeel berokkenen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Hij hef al eerder wat bakkeleid (Padhuis)

    Hij hef ok weer wat moois terecht bakkeleid

    hij had het snel afgeleerd (Dwi) *

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...