barst -en, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: barste (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), baarst (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), baarste (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Noord), borst (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. kloof, barst, spleet

    Barsten in de lippen deej aluun op (Sleen)

    Die boom is in die strenge winter kepot vroren, der zit een baarst in, door kuj zo'n haand in steken (Anderen)

    Aj met dat koolde weer met water warkt, hej zo barsten in de handen (Padhuis)

    Zie ook:
  2. Ik viene der gien barst an

    Sommige

    Zie ook:
  3. schilfers op de hoofdhuid(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord)

    Hij hef aordig barst op het heufd (Dwingelo)

    gezegd tegen iemand die meent dat hij alles weet (Ruw);

    barg II

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...