bedieling de

Spellingvarianten als bij: dielen

  1. bedeling, armenkas

    Hij hef ook al een poosien van de bedieling eleefd (Havelte)

    Hij kreeg van de bedeiling (Roderwolde)

    As de mèensken gien woord hebben wolden dat ze van de diaoken kregen, zeden ze vaok het woord bedee (Eext)

    Geef ze allemaole nog maor een stukkie, het giet hier niet van de bedieling (Noordscheschut)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...