bekrabben overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. klaar krijgen

    Ik kun het waark niet zo gauw daon kriegen, ik kun het niet zo gauw bekrabben (Norg)

    Zie ook:
  2. recht trekken(Kop van Drenthe)

    Zien vrouw haar heur verpraot, mor hij prebeerde 't wat te bekrabben (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...