beleg, laag
Het beslag op het kabinet is van keuper (Dwingelo)
Ie bint niet goed, ie hebt dikke beslag op de tonge (Broekhuizen)
beslag voor het bakken
Het beslag veur neijaorskoeken mut hiel dunne wèzen (Hoogeveen)
ijzers onder paardevoeten, schoenen etc.
Het peerd mot vaarkant op beslag (Emmer Compascuum)
Veur het te vro ofslieten van de schoounzolen hadden de kinder beslag der under (Eext)
veebestand
Hij het een groot beslag vei (Roderwolde)
arrest
Umdat e tot de oren in de schulden zat, is der beslag op zien boerderij legd (Hijken)
vaststelling
Dat hef gistern pas zien beslag kregen (Barger Oosterveld)
hypotheek(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe)
Hij hef een hoog beslag op het hoes (Balloo)
opbrengst(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Vleden jaor was de rogge hiel best, mor van 't jaor hew mor een klein beslag (Sleen)