bestellen overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. bestellen

    Bestel even wat brood veur mij (Wijster)

    Zie ook:
  2. commanderen

    Ie mut dat kiend niet altied bestellen, laot hum zölf ies wat doen (Broekhuizen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...