bezeupen bijvoeglijk naamwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: bezèupen (Zuidwest-Drenthe Zuid), bezopen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. dronken

    Die kerel slingert aaid de straot langs, hie is aal aovend dik bezopen (Eext)

    Hij was zo bezèupen as een kanon (Hoogeveen)

    as een koe (Wapserveen)

    as Maastricht (Broekhuizen)

    Zie ook:
  2. waardeloos

    Wat een bezeupen ding is dat, het wil jao niks (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...