bitter
Olde koffie smak op 't leste bitter (Diever)
Dat was een bittere pille (Emmer Compascuum)
Het was zo bitter as de gal (Roderwolde)
...aals (Borger)
...roet (Sleen)
Dat kan hum wel eeis bitter opbreken (Eext)
Wij hebben een bitter slechte zomer ehad (Vledder)
Ok al wil hij dit nog zo bitter geern (Fluitenberg)
*Bitter in de mond mak het harte gezond (Hoogeveen)