Ook: bluk (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Bron: H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningenblok
As het holt kepot mot, doej het in blokkies (Sleen)
Olde meinsen waren vrogger vaeke een blok an het been (Diever)
Wat een blok van een meid, dei het bainen as gebinten van een schure (Valthermond)
Wij begonden gewoon te spitten of te stikken. Het wörde an blokken steuken, die op de wal egooid wÃ
zie ook
Een blok heui (Oosterhesselen)
... mizze (Emmer Compascuum)
Een blok van een peerd (Hijken)
...koou (Eext)
Bij het blokgooien haj een blok of blokkie (Smilde)
veenplaats of stuk heideveld
In het viefde blok bint ze an het wark (Padhuis)
Zij hebt er ok nog een blok veld (Eext)
katrol(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Zie ook:offerblok
Het blok wör licht in de kerk (Roderwolde)
onderdeel aan de ploeg bij het werken met twee paarden (hy:zwz), zie ook
klep
huizenblok
Ik loop nog even een blokkie um (Broekhuizen)