boeken onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. als een buik naar buiten steken

    De miete boekte aordig an de ene kaante (Hijken)

    Het heui zit zo stief tegen de planken dat de schuur der van boekt (Padhuis)

    Hie boekt oet de boks

    zie ook

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...