Ook: booul (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), bool (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
boedel, inboedel
Nou de aol meinsen oet de tied bint, kunt de kinder de bool oet mekaar maken (Beilen)
Wij hebt de boel goed verzekerd (Dwingelo)
Ie treft het neet, ik hebbe de bool net aoveral
geweldig dom
boel
Op de boouldag wordt de heeile booul verkocht (Eext)
Het is door een dooie boel (Barger Oosterveld)
Het wordt daor een misse bool, de kastelein de halve dag dronkend en zien vrouwe komp er van hartzè
weet er niets van
heel wat
Zie hebt een boel an mekaar (Sleen)
Det wordt een boel edaone
zie ook
Ik heb een boel knikkers wunnen (Coevorden)
zie ook
boedel