boenen overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: bonen (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), boounen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), bounen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. boenen

    Bij de schoonmaak mut het achterschot eboend worden (Hollandscheveld)

    Zie wilt er gien half uur op boenen, op zo'n pèerd (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...