boerhoorn dehet
  1. hoorn voor het samenroepen van de

    boerschup

    De boermarke is nog in het bezit van een boerhoorn (Drouwen)

    As het boerwarken was, gungen ze met het boerhoorn rond (Zwiggelte)

    Zie ook:
  2. Hij lop mit de boerhoorn

    je zou er gek van worden

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...