leven en werken op de boerderij
De boerderij is het hoes en de boerkerij is het wark (Beilen)
Wij hebt nog een beetie boerkerij in oenze kleine boerderije (Dwingelo)
boerenbedrijf(je) met wat (klein)vee
Hie hef zulf een grote boerderij, mor zien vaoder was arbeider en die haar der wat boerkerij bij (Balloo)
Hej nog wat boerkerij?
bij ruzie