boter worden
As het begunt te bottern, dan mujje flink deurkaarnen (Nieuw Schoonebeek)
boter maken
Hij is op de febriek veur het bottern (Eext)
Laand, daor men flink van bottern kan
hij heeft zich niet netjes gedragen
met elkaar overweg kunnen, overeenstemmen
Het bottert niet tuschen die beiden (Sleen)
Het wol vandage mit het waark neet bottern
ook