bril -len, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: brille (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. bril

    Hij had de brille op het tippie van de neuze (Emmer Erfscheidenveen)

    Twie jeuden, ...kooplui weet best wat ien bril kost

    waag het niet

    Dat is een male bril op de neus, die garage vlak veur heur glaas

    dat overviel mij

    Hij hef mij een bril op de neus zet

    de bevalling is aanstaande

    Zie ook:
  2. wc-bril

    Hij is nog te gierig um een neie brille op het huusien te maken (Ruinerwold)

    Zie ook:
  3. strop of voorwerp op de neus van een paard(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    As het pèerd beslagen mot worden en hij wil niet staon, krig e de brille op de neus (Hijken)

    zie ook bij

    praam

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...