Ook: brogge (Zuidwest-Drenthe), brug (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)
Bij verkl.(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)
-kk-
brug
Der komp een neie brug over het Lonerdiep (Balloo)
Bij het brukkie moej even op mij wachten (Drouwen)
Hie komp over de brugge
van ieder die afweek van de normale burger
Een under het brukkien hebben
heeft lompe manier van praten
boterham
Mamma, ma'k een brokkie, ik heb zo'n honger (Dwingelo)
Een dubbele brogge was twei vingers dikke (Smilde)
Een opgemaokte brug
komt in goede doen
stoet
In de bruggen
een pak slaag
De bruggen terecht hebben
zie ook
Zeuven uur is het brukkies eten
bijv. gezegd van onderhoudswerk
Hie haar de brug
gen toe kreeg wel brood, maar geen warm eten (Balloo)