bruloft -en, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: brulof (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), brulfte (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), brulofte (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. bruiloft

    Vroeger gung wij op het wasschup, later op de brulfte en non op de bruloft (Stieltjeskanaal)

    Ze hadden een grote brulfte (Padhuis)

    Wie hebben goud bruloft holden

    van geil vrouwspersoon

    *Van bruloft komp bruloft (Hijken)

    heb je klandizie

    hochtied

    wasschup

    wel centen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...