dagelijks bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: daogelijks, daegelijks (Zuidwest-Drenthe Noord), ..lieks (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. dagelijks

    Hij har best zien dagelijkse brood (Ruinerwold)

    Dat is zien daogelieks waark (Eext)

    Een daogeliekse zunde

    daar word je toch zeker beter van

    De dokter komp er dagelijks (Meppel)

    Het gebeurt mij dagelijks (Zweelo)

    Zie ook:
  2. alledaags, gewoon(Zuidwest-Drenthe)

    Det bint gewone dagelijkse meinsen (Koekange)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...