del I -len, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: delle (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. laagte

    Ie kunt zovake aover dezölde stee varen mit de wagen, daj een delle aoverholdt (Ruinerwold)

    Daor zit een delle in het dak (Beilen)

    in het laand (Erica)

    in de weg (Mantinge)

    Zie ook:
  2. litteken

    Van dei snee het e ein huile delle in de wange overholden (Emmer Erfscheidenveen)

    Hij het dellen in het gezicht

    z. ook

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...