domnee 's, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: dominee, domenee (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), dommenee (Midden-Drenthe), domeneer (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), domenèer (Zuidwest-Drenthe Zuid), domnie (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), domnei (Midden-Drenthe), doemnie (Kop van Drenthe), domdie

  1. dominee

    Zij hebt een neie domnee beroepen (Padhuis)

    Een blikken domnee

    op de kinderen letten

    Doemnie gaait veurbai

    grasoppers losgooien om te drogen

    Het liekt wel een blikken domeneer

    z. ook

    Zie ook:
  2. de donkerste meikever(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Zie ook:
  3. waterdiertje(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Zij zeiden ok blikken dominee tegen een beesie op het water, de schaatsenrieder (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  4. kolomkachel(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Dan giet va zitten bij de domeneer (Fluitenberg)

    De kolomkachel worde ook wel domeneer enuumd (Havelte)

    Van een meesters gift en een domeneers fooi muj niet te veule verwachten (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...