droog maken
De wind en de zun zult het wasgooud wel dreugen (Eext)
Het dreugt ok niks vandaog (Eexterveen)
Het dreugt deur linnen en wollen
geld vragen
droog worden
Hang de sokken mor even bij de kachel, dan kunt ze dreugen (Hijken)
De törf wil dut joor slecht dreugen (Barger Oosterveld)
De holten tonne is uut mekaar edreugd
z. ook