drieten onovergankelijk, sterk, werkwoord, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe
  1. zijn behoefte doen

    Hij mus zo neug drieten (Ruinen)

    Loop toch hen drieten met je meraokels (Eexterveen)

    Hij dreet dwars over de akker hen

    z. ook

    Het gat weggeven en deur de ribben drieten

    spons met spekvet

    Nou hej het schaop an het drieten

    wordt al een hele kerel

    Het drit mij niks dat ze over ons praot

    z. ook

    Waor de duvel drit, döt e het aaid bij dikke bulten (Sleen)

    Hooi, hooi driet/ De wereld is zo wied/Beur op je staart/Laat vallen je flaart/Hooi, hooi driet

    gezegd bij het notenschieten

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...