fiet de, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: fiete (Zuidwest-Drenthe)

  1. fijt

    Hij haf fiet an de vinger (Nieuw Schoonebeek)

    Ik heb een lillijke zere vinger, as het mar gien fiet wordt (Coevorden)

    Die kou het fiet aan de poot (Emmer Compascuum)

    Zie ook:
  2. (kvd, ov), in

    Hij perbeerde hom een fiet of te zein

    heen en weer lopen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...