flapoor
Wij haren een big met een flapoor (Balloo)
Bai knienen en schaopen zaj soms flaporen (Eexterveen)
Die vent hef flaporen
gezegd door een vrouw
Dat is ok een aordige flapoor
het vlees rond dat bot kon wel eens bederven (Vtm), z. ook
flortoor
sufferd(Midden-Drenthe)
Wat bin ie ok 'n grote flapoor! (Hijken)
kletsmajoor(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Dat is een flapoor, dei lult maar zowat weg (Barger Compascuum)
Dat is een grote flapoor, hij wet niet wat hij zeg (Beilen)
Kees, Kees, flapoor/Zet de pette op het iene oor/Zet de pette op het aander oor/ Kees, Kees flapoor
gesmolten varkensvet, als boter gebruikt