Ook: galle (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), gale (Veenkoloniën), gallaoge (Veenkoloniën)
gal
Det mèens is zoe geel, ze kun het wel mit de gal hebben (Broekhuizen)
Hie gef nogal wat gal op, ij kunt zeein dat e der slim last van hef (Eext)
Ik hebbe espeid, man, ik speide op 't leste galle
in de grove linnen lakens zaten nog de grove deeltjes (Dwi), z. ook bij
Het is zo bitter as gal (Odoorn)
Hij het zien gal oetspeid
onaanzienlijk, klein huisje
De galle luup mij over
onregelmatig en slecht
vocht tussen gewricht dat ook naar buiten komt(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Zie ook:leverbotziekte
Mien breur hef gal under zien schaopen (Exlo)
De schaopen kregen zowat allemaole de galle van al dat
geile gras (Schoonoord)
van streek
Zich de gal eten
vochtgezwel of spat op spronggewricht van een paard
As een peerd goud begunt te gruien, kreg e nog wel ies last van gal (Peize)
Het peerd hef gal an de benen (Drouwen)
Het peerd hef een klein gallegien (Zuidwolde)
Het pèerd hef de gallen uut
verloren
litteken op spronggewricht van paard(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Het peerd hef in draod zeten, die holdt er een gal van over (Exlo)
(veend., od) slecht soort veen, dat langs de veenputten een scheur veroorzaakt
Door zit een dikke galle
bedroefd (N:be:Rod), z. ook bij
woor het veen op de kop instait (Barger Oosterveld)
z. ook
lever
peerdestront
gal op eikeblad, veroorzaakt door de galwesp
Wat zit daor een gallen an die iekenboom (Steenbergen)
natte plek waar men gemakkelijk wegzakt in een moeras(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Zie ook: