Ook: gaasp(e), gapsvol (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), gapse (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), gaaspe (Kop van Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord), gaspe (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), göpse (Zuidwest-Drenthe Zuid), gäpse, gesp (Midden-Drenthe), gepse (Zuidwest-Drenthe Zuid)
Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906handvol of zoveel als er kan liggen in de beide hol naast elkaar gehouden handen
De peerden kregen een gaps haver op de haksel (Borger)
Hej daor genog an? Aans doe ik er nog een gapsvol bij in (Anderen)
Een gapse vol water uut de wieke smök vrogger lekker (Hoogeveen)
Het was man zo'n beetien, ie kunden het in de gapse wal holden (Barger Oosterveld)
Aj de kiepen twei göpsen ochtendvoer geeft, hebt ze wel genog (Hollandscheveld)
*Kleine haandties, kleine göpsies/Grote haanden, grote göpsen (Pesse)