garst de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: gerste (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), gaarste (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Noord), gaarst (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)

  1. gerst

    De garst was met een onweersbui almaol tegen de vlakte gaon (Borger)

    De gaarst begunt al te riepen (Eexterveen)

    Garste wannen

    of:

    Oeze garst mag der wal neudig of (Padhuis)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...