gast I -en, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: gaastehok (Veenkoloniën), garste (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), gaaste (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), gaast (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord), ga(r)ste (Zuidwest-Drenthe Zuid), gaasthok (Veenkoloniën), gasthok (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. groep tegen elkaar geplaatste schoven, het aantal varieert naar regio, graansoort en techniek van op

    Toe jong, help nog even de schoven in de gaast zetten, dan is het klaor (Hijken)

    Wij hebt de rogge an de gaste zet (Ruinerwold)

    Een riege gasten

    z. ook

    Veur een ienpeerds voor wuur twintig gast rogge laan (Padhuis)

    Een volle gaste bestiet uut 20 garven, een halve uut 10 garven (Havelte)

    Vrogger stunden der acht garven an iene gaste, non wel twintig (Zuidwolde)

    Een gast is acht gorven en een hok is zes gorven (Barger Oosterveld)

    Een lange gaste

    [kun je]

    Dubbele gaasten

    het aan de orde stellen van de vraag: wat betekent dit voor ons

    hok

    Zie ook:
  2. schoof(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Een schoof is een gaste (Hollandscheveld)

    Regen in de gaaste/Geld in de kaaste

    ' (wb:Rod en Annerv. Kan), 'Tweede jaar grasland is een

    Een dunderbuj in de gast/Brengt honderd gulden in de kast

    Bron: Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...