geel I het, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe

Spellingvarianten als bij: geel II

  1. de kleur geel

    Mien vrouw kan gien geel hebben

    balk

    Zie ook:
  2. het geel van het ei

    Ik magge van de dokter allend mor 't gele van een ei hebben (Diever)

    Het geel van het ei zit veul vet in (Drouwen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...