Spellingvarianten als bij: malen
het gemalene
Het eerste gemaal is binnen
z. ook
We moeten even wat gemaal ophalen
waardeloze onderscheiding
Gemaol was wat grof (Roswinkel)
het malen
Der is gauw koffie, want het gemaal heb ik al heurd (Sleen)
Het gemaal met die aolde koffiemeul hung oes de keel oet, wij hebt no gemalen koffie (Odoorn)
watergemaal
Wij hebben water in de kelder, daor moet we even een gemaal op zetten (Klazienaveen)
Het gemaol pompt het waoter tot de sloot uut (Emmer Compascuum)
Het gemaol in het veen dreit weer, de sloten staot slim vol (Eext)
gezeur(Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe)
He, wat toch een gemael (Diever)