gemaal I het

Spellingvarianten als bij: malen

  1. het gemalene

    Het eerste gemaal is binnen

    z. ook

    We moeten even wat gemaal ophalen

    waardeloze onderscheiding

    Gemaol was wat grof (Roswinkel)

    Zie ook:
  2. het malen

    Der is gauw koffie, want het gemaal heb ik al heurd (Sleen)

    Het gemaal met die aolde koffiemeul hung oes de keel oet, wij hebt no gemalen koffie (Odoorn)

    Zie ook:
  3. watergemaal

    Wij hebben water in de kelder, daor moet we even een gemaal op zetten (Klazienaveen)

    Het gemaol pompt het waoter tot de sloot uut (Emmer Compascuum)

    Het gemaol in het veen dreit weer, de sloten staot slim vol (Eext)

    Zie ook:
  4. gezeur(Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe)

    He, wat toch een gemael (Diever)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...