gemoed het

Spellingvarianten als bij: moed

  1. gemoed

    As ik naor mien gemoed te wark gunk, brak ik hum de bienen (Ruinerwold)

    Het gemoud zit heur vol

    soms als één woord geschrevente voorschijn, voor de dag

    Het gemoed schöt je vol aj dat almaol heurt (Oosterhesselen)

    Soms word je het gemooud vol (Norg)

    Hij waarkt hum op het gemoed (Dwingelo)

    (...) en daorum begunde ze W. op het gemoed te speulen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...