Ook: gordien
Uitspraak ook
gedien
z. ook bij
Wat een smerige gerdienen hej daor veur de glaze (Padhuis)
Ze hebt gien gerdienen veur de glaos
is met zijn neus in de boter gevallen, heeft bijvoorbeeld een rijke boerendochter getrouwd en is er bij ingetrokken
Doe het gerdien een beetien opzied, dan heb ik wat meer locht
in de bek
Woj de gerdienen even dichte doen
de koolwitjes
Wij kruupt mor achter de gerdienties
telkens naar een ander meisje
Ik gao achter het gerdien (Sleen)
Nao het eerste bedrief zakt het gerdien
bij het spel
IJ hebt holle gerdienen en dichte gerdienen (Sleen)
Witte gerdienen
maar
*Juffrouw Katrien/Zat aachter het gerdien/Wat dee ze daor?/Ze kamde heur haor/Ze waste heur handties (Roderwolde)